Vanuit het goed gelegen Vik gaan we door naar Fjaðrárgljúfur. Dit is een reusachtige canyon van wel 2 kilometer lang en wel 100 meter hoog. Door deze enorme canyon stroomt ook een klein riviertje. Doordat het water in deze rivier vaak erg laag staat, kan je er ook doorheen lopen. Langs de kloog ligt een wandelpad, waardoor je 2 kilometer lang van het uitzicht kan genieten. Vanaf Vik is het ongeveer 70km naar Fjaðrárgljúfur.
De volgende stop is het Skaftafell National Park. Dit is een van de drie nationale parken waarover IJsland beschikt. Onderweg naar het nationale park vanaf Fjaðrárgljúfur kom je al een aantal mooie watervallen tegen, maar de Svartifoss ie een hele unieke waterval. Dat komt omdat deze waterval omringt is door zwart basalt. De basaltkolommen zijn uiteindelijk ontstaan doordat de lava heel langzaam is afgekoeld, waardoor de gesmolten stenen konden kristalliseren. Het is wel belangrijk om te vermelden dat je ruim 1,5 kilometer moet lopen naar de waterval en ook nog eens omhoog. Dit wordt als vrij pittig ervaren, houd er dus rekening mee. Vanaf Fjaðrárgljúfur naar Skaftafell National Park is ongeveer 80km.
Het leukst is om Jökulsárlón als laatste te bezoeken. Dit is het grootste gletjsermeer van heel IJsland. Een leuke feitje over Jökulsárlón is dat het in verschillende films heeft gediend als filmset. Doordat het meer omgeven is door bergen en sneeuw met drijvende ijsschoten biedt het een fantastisch uitzicht. Dit is gegarandeerd een meer wat je nooit meer zal vergeten.
Vanaf Skaftafell National Park is het ongeveer 55km naar Jökulsárlón.
Hierna keren we wederom terug naar Vik om te overnachten. De volgende dag reizen we verder naarVestmannaeyjar.